In dit artikel wil ik enkele punten aanstippen die van belang kunnen zijn voor zowel ouders als leraren in dit nieuwe seizoen. Ouderbetrokkenheid (in de school) is een actueel onderwerp. Een goed contact tussen ouders en leraren heeft een positieve invloed op het welzijn en het ontwikkelen van de kinderen.
Ik heb bij het schrijven van dit artikel gebruik gemaakt van een aantal artikelen, waarin u meer verdieping kunt vinden. [1]
Ik wil beginnen met de Bijbel. Ouders worden zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament opgeroepen hun kinderen te onderwijzen. In Deut. 6:4-7 lezen we de bekende woorden die de Heere Jezus ook citeerde. We proeven in deze woorden de eis én het verlangen van de Heere dat het hele gezin Hem liefheeft boven alles, maar ook dat de gezinsleden elkaar liefhebben. Ouders hebben een voorbeeldfunctie hierin en zullen gedurende de hele dag bij alles moeten/kunnen laten zien dat het liefhebben van de Heere het hele leven doortrekt. En die manier van leven mogen de ouders ook van christelijke leraren verwachten. Daarbij denk ik met respect terug aan enkele leraren uit mijn eigen schooltijd. Vooral die ene meester, die zo van de natuur hield. Hij had het lokaal vol gezet met planten en aan de muur had hij prachtige natuurplaten opgehangen. Wat kón hij mooi vertellen over bijvoorbeeld een spin die onze aandacht afleidde. Daarin verwees hij naar de Schepper.
Via Paulus krijgen we ook onderwijs van de Heere. In Efeze 6:1-4 lezen we hoe ouders en kinderen met elkaar om moeten gaan. Van de ouders wordt verwacht dat ze hun kinderen onderwijs geven. Het doel van al het onderwijs, thuis, in de kerk en op school wordt kernachtig verwoord in Psalm 78:7: “En dat zij hun hoop op God zouden stellen, en Gods daden niet vergeten, maar Zijn geboden bewaren.” Wat is het een vurig verlangen van gelovige ouders dat hun kinderen de Heere Jezus leren kennen als hun Zaligmaker en in hun leven dit laten zien.
Een ander punt dat ik aan wil stippen is de doopbelofte. Ouders hebben beloofd aan God om hun kinderen onderwijs te geven en daarbij ook anderen in te schakelen. Sámen zoeken ze het goede voor de kinderen. Het zijn hún kinderen. Dit dienen leerkrachten ook te beseffen in hun omgang met de ouders en de kinderen. De eindverantwoordelijkheid van de opvoeding ligt bij de ouders. En ten diepste zijn de kinderen zelfs ‘leenpanden’.Ze behoren de Heere toe, Hij heeft er recht op dat ze Hem gaan dienen in hun leven.
Ouders staan er gelukkig niet alleen voor om de opvoeding in praktijk te brengen. Dit gebeurt in de gemeenschap waarin kerk en school en vaak ook de buurt een rol spelen. Elk op de eigen manier, met verschillende verantwoordelijkheden die helder moeten zijn voor alle betrokkenen om misverstanden te voorkomen.
Als we nu wat dieper nadenken over ons thema ‘ouderbetrokkenheid”, dan zijn er verschillende aspecten van ouderbetrokkenheid te onderscheiden. Ik wil er enkele noemen en daarbij ook lijnen trekken naar de praktijk.
Helaas ben ik ook wel situaties tegengekomen waarin dat vertrouwen er niet was en kinderen de dupe werden van miscommunicatie. Leraren zijn soms bang voor ouders, en andersom komt het ook voor. Men ervaart elkaar als bedreigend. Wat vaak helpt is om te beseffen dat je beiden je eigen verantwoordelijkheid hebt voor het kind. En vervolgens naast elkaar gaat staan om het goede voor het kind te zoeken. Een mooie vraag als er bijvoorbeeld sprake is van gedragsproblemen op school, is om aan de ouders te vragen of ze het gedrag herkennen. Dan ontstaan er vaak mooie gesprekken en kan er doorgevraagd worden. Als er sprake van herkenning is, kunnen er bijvoorbeeld tips uitgewisseld worden betreffende de omgang met het kind. Dit is ook de reden dat scholen steeds vaker aan het begin van het jaar “luistergesprekken” inplannen. Ouders worden uitgenodigd om aan de leraren te vertellen wie hun kind is en wat het nodig heeft. Dit gesprek biedt vaak een mooi begin van een goede samenwerking voor de rest van het schooljaar.
Zo zijn er dus diverse manieren waarop ouders betrokken kunnen zijn bij de school. De school dient hiervoor initiatieven te nemen die passen bij de plaatselijke omstandigheden. Ouders op hun beurt moeten gebruik maken van de mogelijkheden die de school biedt. Om zo hun verantwoordelijkheid te nemen voor het onderwijs aan hun kinderen. Om samen met de leraren er te zijn voor de kinderen, zodat zij hopelijk opgroeien tot volwassenen die de Heere dienen en hun plaats in de maatschappij zullen innemen. Dit gaat niet vanzelf, dit hoeft gelukkig ook niet in eigen kracht. We mogen steeds weer met elkaar en voor elkaar bidden of de Heere onze inzet wil zegenen.
Tekst: Mw. I.N. Voorthuijzen-den Dekker (deputaten Kerkjeugd en Onderwijs)
CGK Vrouw (oorspronkelijk de vrouwenbond BCGV) heeft als doel om zich als Christelijke Gereformeerde vrouwen te bezinnen op plaats en taak volgens Gods. Samen met de Mannenbond, CGJO en LCJ zijn ze partner van Geloof in het Gezin.
Het boek geeft ouders adviezen en vaardigheden mee die hen helpen weer in hun opvoeding te gaan geloven. En ouders worden toegerust om gestalte te geven aan de geloofsopvoeding in het gezin.
In het werkboek dat erbij aangeschaft kan worden, staan vragen en werkvormen om mee aan de slag te gaan.
Allerlei aspecten van het opvoeden van een baby komen in dit boek aan de orde. Makkelijk leesbaar en veel aandacht voor de praktijk van alledag. Goed te gebruiken voor een opvoedkring door de suggesties voor Bijbelstudies, gespreksvragen en werkvormen achter in het boek. Geschreven door drs. Aline Hoogenboom en dr. Joop Stolk. Dit is het eerste deel in de serie Handboek christelijke opvoeding.
Jongens zijn leuk. Maar soms een tikje anders leuk dan je misschien denkt. In dit boek zoekt Mariska Dijkstra-Wolters antwoorden op vragen van moeders met zonen. Ze ondervroeg daarvoor meer dan honderd jongensmoeders. Zo’n twintig deskundigen geven tips. Is stoeien normaal? En wanneer grijp je in? Geloven jongens anders dan meisjes? Hoe vind je rust in een druk gezin? Wanneer praten jongens wél? Moet je jongens helpen met huiswerk?
Hoofdstuk 1 van Tjonge jongens